Artist:
Kees Verkade
Title:
Louis Couperus
Year:
1998
Adress:
Lange Voorhout
www.hofvijvermagazine.wordpress.com:
Den Haag is dé stad van Louis Couperus, een schrijver die geen introductie behoeft. Het bronzen standbeeld dat sinds 1998 op het Lange Voorhout staat, heeft dan ook het volgende opschrift: ‘Zoo ik ièts ben, ben ik een Hagenaar.’ Het is een citaat uit een artikel van Louis Couperus getiteld Haagse jeugd.
www.wikipedia.org:
Verkade werd geboren in Haarlem in een fabrikantenfamilie. Na teken- en schilderlessen bij Gerrit van ’t Net studeerde hij van 1958 - 1963 aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.
Hoewel hij reclametekenaar wilde worden, neigde hij uiteindelijk meer naar het beeldhouwen. Zijn eerste tentoonstelling had hij in de Haarlemse Vishal. Dankzij deze tentoonstelling verkocht hij twee werken aan het Frans Hals Museum. Sindsdien had hij zijn atelier in Zandvoort.
In 1966 kreeg hij zijn eerste opdracht van de Gemeente Haarlem voor de standbeeld Winkelen, of Stadten. Later zou hij ook internationaal doorbreken, met name in Frankrijk en Monaco, waar hij goede contacten onderhoudt met het Hof aldaar en waar hij thans ook woont en werkt.
www.volkskrant.nl:
Kees Verkade is een populaire kunstenaar. Zijn beelden kom je overal tegen: op Schiphol (L'Envol), op de Blaak in Rotterdam (Triomf), in het Circustheater in Scheveningen (Willem Nijholt), op de Haagse Lange Voorhout (Louis Couperus).
Maar succes is in Nederland een 'gevaarlijk attribuut' voor een kunstenaar. Zegt conservator John Sillevis in de oeuvrecatalogus bij Verkades eerste grote overzichtstentoonstelling in Museum Het Paleis in Den Haag.
Want gemeenten en beroemde verzamelaars mogen zich dan verdringen om Verkades sculpturen aan te schaffen, de kunstkritiek heeft hem veelal links laten liggen.
'Een kunstenaar kan pas echt op sympathie rekenen als hij een gekweld bestaan leidt', schrijft Sillevis, in een onhandige poging die critici de oren te wassen. Had Verkade (geboren 1941, 'begripvolle ouders', 'voortreffelijke leermeesters') een wat zwaarder leven gehad - dan was zijn maar werk vast anders beoordeeld. Inderdaad is enige vorm van 'noeste worsteling' nergens in het oeuvre van Verkade te bekennen.
Alle beelden op de drie etages van Het Paleis laten stuk voor stuk de vaste hand zien van een bedachtzame kunstenaar. Hier staat alleen maar op en top vakwerk: degelijke beelden en treffende portretten. Ambachtelijk werk van iemand die zijn vak verstaat en zichzelf goed in de hand heeft. Bovendien laat het brons, dat voor alle beelden in was en klei van Verkade het eindstation is, van zichzelf al weinig ruimte voor aarzeling of twijfel.
Maar dat is geen enkele reden waarom Verkade géén sympathie zou verdienen. Op de tentoonstelling Verkade Sculptuur laat hij zich kennen als een vasthoudende kunstenaar die de menselijke figuur systematisch in al zijn bewegingen heeft onderzocht, voetballers, fietsers, judoka’s, acrobaten, jockeys, dansers, evenwichtskunstenaars.
Ze zijn knap gemaakt - De slagman, een bronzen beeldje van nog geen 30 centimeter uit 1969, is een sterk staaltje van een bevroren moment, waarbij alles op scherp staat in een volledige concentratie voor het allesbeslissende, volgende moment.
Koorddansers uit 1970 getuigt van net zo'n grote intensiteit - de twee gestapelde figuren zijn dunne sprietjes, die hun schoonheid vinden in de abstrahering. Het is een uitzondering in Verkades oeuvre.
Veel te weinig zoekt hij het in de abstractie, te vaak houdt hij zich aan de juiste verhoudingen en natuurgetrouwheid. Het leveren perfecte, maar o zo saaie beelden op. Verkade (1941), die reclametekenaar wilde worden, maar toevallig terechtkwam op de beeldhouwafdeling van de Haagse Academie, bereikte nog voor zijn dertigste een status waar menig kunstenaar van kan dromen: hij kreeg vette cheques toegestuurd voor beelden die hij nog moest realiseren.
De Amerikaanse fotograaf David Douglas Duncan had Verkade bij zijn rijke vrienden aan de Rivièra geïntroduceerd en hem zo een internationale cliëntèle bezorgd. Zijn huwelijk met de dochter van de voormalige hofdame van prinses Gracia bracht Verkade in contact met het hof van Monaco, dat een belangrijke opdrachtgever zou worden. Een van de opdrachten betrof het beeld Prinses op de rots, naar aanleiding van de dood van Prinses Gracia.
Een echte Verkade, niks mis mee. Duidelijk Grace Kelly, een goed gelijkend beeld.Op de achterpagina van de catalogus staat een werk van Verkade, waar wél iets mis mee is - en je gaat wensen dat het vaker was gebeurd. Het is een fraai, gebarsten portret in klei van zijn dochter Casmira. Verkade had het ooit, ontevreden met het resultaat, weggezet en daarna vergeten. Drie jaar later zag hij het terug, en liet hij het in brons gieten. En weg is het effect: in brons zijn de scheuren ongepast en niet meer dan anekdotisch. De kwetsbaarheid is in het brons verstikt geraakt.
Den Haag is dé stad van Louis Couperus, een schrijver die geen introductie behoeft. Het bronzen standbeeld dat sinds 1998 op het Lange Voorhout staat, heeft dan ook het volgende opschrift: ‘Zoo ik ièts ben, ben ik een Hagenaar.’ Het is een citaat uit een artikel van Louis Couperus getiteld Haagse jeugd.
www.wikipedia.org:
Verkade werd geboren in Haarlem in een fabrikantenfamilie. Na teken- en schilderlessen bij Gerrit van ’t Net studeerde hij van 1958 - 1963 aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag.
Hoewel hij reclametekenaar wilde worden, neigde hij uiteindelijk meer naar het beeldhouwen. Zijn eerste tentoonstelling had hij in de Haarlemse Vishal. Dankzij deze tentoonstelling verkocht hij twee werken aan het Frans Hals Museum. Sindsdien had hij zijn atelier in Zandvoort.
In 1966 kreeg hij zijn eerste opdracht van de Gemeente Haarlem voor de standbeeld Winkelen, of Stadten. Later zou hij ook internationaal doorbreken, met name in Frankrijk en Monaco, waar hij goede contacten onderhoudt met het Hof aldaar en waar hij thans ook woont en werkt.
www.volkskrant.nl:
Kees Verkade is een populaire kunstenaar. Zijn beelden kom je overal tegen: op Schiphol (L'Envol), op de Blaak in Rotterdam (Triomf), in het Circustheater in Scheveningen (Willem Nijholt), op de Haagse Lange Voorhout (Louis Couperus).
Maar succes is in Nederland een 'gevaarlijk attribuut' voor een kunstenaar. Zegt conservator John Sillevis in de oeuvrecatalogus bij Verkades eerste grote overzichtstentoonstelling in Museum Het Paleis in Den Haag.
Want gemeenten en beroemde verzamelaars mogen zich dan verdringen om Verkades sculpturen aan te schaffen, de kunstkritiek heeft hem veelal links laten liggen.
'Een kunstenaar kan pas echt op sympathie rekenen als hij een gekweld bestaan leidt', schrijft Sillevis, in een onhandige poging die critici de oren te wassen. Had Verkade (geboren 1941, 'begripvolle ouders', 'voortreffelijke leermeesters') een wat zwaarder leven gehad - dan was zijn maar werk vast anders beoordeeld. Inderdaad is enige vorm van 'noeste worsteling' nergens in het oeuvre van Verkade te bekennen.
Alle beelden op de drie etages van Het Paleis laten stuk voor stuk de vaste hand zien van een bedachtzame kunstenaar. Hier staat alleen maar op en top vakwerk: degelijke beelden en treffende portretten. Ambachtelijk werk van iemand die zijn vak verstaat en zichzelf goed in de hand heeft. Bovendien laat het brons, dat voor alle beelden in was en klei van Verkade het eindstation is, van zichzelf al weinig ruimte voor aarzeling of twijfel.
Maar dat is geen enkele reden waarom Verkade géén sympathie zou verdienen. Op de tentoonstelling Verkade Sculptuur laat hij zich kennen als een vasthoudende kunstenaar die de menselijke figuur systematisch in al zijn bewegingen heeft onderzocht, voetballers, fietsers, judoka’s, acrobaten, jockeys, dansers, evenwichtskunstenaars.
Ze zijn knap gemaakt - De slagman, een bronzen beeldje van nog geen 30 centimeter uit 1969, is een sterk staaltje van een bevroren moment, waarbij alles op scherp staat in een volledige concentratie voor het allesbeslissende, volgende moment.
Koorddansers uit 1970 getuigt van net zo'n grote intensiteit - de twee gestapelde figuren zijn dunne sprietjes, die hun schoonheid vinden in de abstrahering. Het is een uitzondering in Verkades oeuvre.
Veel te weinig zoekt hij het in de abstractie, te vaak houdt hij zich aan de juiste verhoudingen en natuurgetrouwheid. Het leveren perfecte, maar o zo saaie beelden op. Verkade (1941), die reclametekenaar wilde worden, maar toevallig terechtkwam op de beeldhouwafdeling van de Haagse Academie, bereikte nog voor zijn dertigste een status waar menig kunstenaar van kan dromen: hij kreeg vette cheques toegestuurd voor beelden die hij nog moest realiseren.
De Amerikaanse fotograaf David Douglas Duncan had Verkade bij zijn rijke vrienden aan de Rivièra geïntroduceerd en hem zo een internationale cliëntèle bezorgd. Zijn huwelijk met de dochter van de voormalige hofdame van prinses Gracia bracht Verkade in contact met het hof van Monaco, dat een belangrijke opdrachtgever zou worden. Een van de opdrachten betrof het beeld Prinses op de rots, naar aanleiding van de dood van Prinses Gracia.
Een echte Verkade, niks mis mee. Duidelijk Grace Kelly, een goed gelijkend beeld.Op de achterpagina van de catalogus staat een werk van Verkade, waar wél iets mis mee is - en je gaat wensen dat het vaker was gebeurd. Het is een fraai, gebarsten portret in klei van zijn dochter Casmira. Verkade had het ooit, ontevreden met het resultaat, weggezet en daarna vergeten. Drie jaar later zag hij het terug, en liet hij het in brons gieten. En weg is het effect: in brons zijn de scheuren ongepast en niet meer dan anekdotisch. De kwetsbaarheid is in het brons verstikt geraakt.