Artist:
Alexander Schabracq
Title:
Au Bain Marie
Year:
1987
Adress:
Oldeneelallee, Zwolle
Website:
Au Bain Marie ben ik zelf
In Au Bain Marie herkennen wij in onszelf.
Dit is geen tripot, half ei, komkommerschijf, klodder slagroomijs, driehoek met een lepel van chocolade, leren riem, binnenkant van een kokosnoot, verzameling vergulde lepels.
Nee dit zijn wijzelf.
Tenminste zoals wij graag zouden willen zijn.
Soms schrik ik en staan mijn haren recht overeind.
Elke week staan mijn ogen een beetje scheef.
Ik zou willen dat ik een taille had
en dat mijn huid om in te bijten is.
Mijn mond is vaak te groot terwijl er geen chocolade te maken is van hetgeen ik zeg.
Ik ben altijd even fris, fruitig en romig. Dat weet je.
Mijn benen dragen mij zoals bouwkranen dat doen.
Alexander Schabracq kent mij door en door.
Door Theo, www.artatsite.com
www.beelden.zwolle.nl:
In zijn vroege totemachtige beelden verwerkte Schabracq (Arnhem, 1957) allerlei paradoxale beeldelementen en vondsten met een objets trouvés-achtige inslag.
Met zijn recalcitrante en dubbelzinnige beeldhouwkunst provoceerde hij de kijker op een lichtvoetige manier. In het carnavaleske en kleurrijke beeld Au bain Marie, dat aanvankelijk op veel weerstand stuitte bij de bewoners van Zwolle Zuid, handhaaft de kunstenaar het principe van de totemachtige stapeling. Ook de inhoudelijke dubbelzinnigheid is volop van toepassing, evenals de relatie met assemblagetechnieken en toevalseffecten.
In het werk van Schabracq draait alles om het oproepen van associaties. De ludieke opeenstapeling van vormelementen zorgt in combinatie met het gebruik van felle en zoete kleuren voor een hoog hilarisch gehalte. Het is niet moeilijk om er vormverwantschap met kinderspeelgoed, etalagepoppen, meubilair of huishoudelijke voorwerpen in te zien. Zo duiken in het midden van Au bain Marie een pan en een schaalvorm op.
In het spraakmakende beeld zijn ook elementen met menselijke en/of dierlijke kenmerken verwerkt. Ogenschijnlijke willekeur en schijnbare tegenstrijdigheid dragen bij aan de avontuurlijke beleving van beeldhouwkunst die nooit voor één gat te vangen is.
Schabracq (die ooit samenwerkte met Jean Tinguely en diens vriendin Niki de St. Phalle) is een materiaalfreak met ongebreidelde combinatiedrift. Hij manifesteert zich als exponent van een postmoderne kunstenaarsgeneratie die vrijpostig gebruikmaakt van overgeleverde culturele invloeden. Hij leent en citeert naar hartelust en brengt ongebruikelijke combinaties tot stand.
De vreemdsoortige beeldelementen gaan op in een ongewone, uitbundige en barokke wereld. In Schabracq’s snoepwinkel wordt de koopwaar zó verleidelijk geëtaleerd dat iedereen er hebberig van wordt.
www.rotondekunst.eu:
Schabracq is een materiaalfreak met ongebreidelde combinatiedrift. Hij manifesteert zich als exponent van een postmoderne kunstenaarsgeneratie die vrijpostig gebruikmaakt van overgeleverde culturele invloeden. Hij leent en citeert naar hartelust en brengt ongebruikelijke combinaties tot stand.
www.destentor.nl:
Het kunstwerk heet Au Bain-Marie. Waarom? Schabracq: "Het is een humoristisch werk. Marie staat in een warmwaterpannetje."
Twintig jaar stond het kunstwerk bij wijkcentrum De Pol, nu is het verplaatst naar een rotonde in de Oldeneelallee.
www.wikipedia.org:
Alexander Schabracq (Amsterdam, 10 september 1957) is een Nederlands beeldend kunstenaar. Naast zijn eerste discipline als beeldhouwer, is hij ook schilder, collagekunstenaar, graficus, ijzersmid en edelsmid, keramist en meubel- en productontwerper.
Doordat Schabracq zich volgens eigen zeggen laat inspireren door deze per definitie modernistische stromingen, en hier ook rijkelijk uit citeert en overneemt (appropriation art), wordt zijn werk vanuit de jaren 80 wel tot het postmodernisme gerekend.
Het deconstructivisme wordt beschouwd als onderdeel van het postmodernisme. Vanaf 1987 maakt Schabracq een dertigtal werken die hij "deconstructions" noemt. Hij toont deze werken in 1987 bij Galerie Barbara Farber te Amsterdam, op de Art-FORUM te Zürich en in de jaren daarna op internationale podia waaronder het Museo Espagnol d'Arte Contemporaneo te Madrid.
Hij verwijst met deze zogenaamde deconstructions naar de Franse filosoof Jacques Derrida (1930-2004) die het begrip deconstructivisme begin jaren 60 in de taalwetenschappen en de filosofie introduceerde. Een objectief beschrijfbare realiteit bestaat volgens hem net zomin als taaluitingen met een vaste en objectieve betekenis. In de architectuurwereld is het begrip in 1988 neergezet met de tentoonstelling "Deconstructivist Architecture" in het MoMa, New York. De verwarring en onzekerheid in de maatschappij probeerde men te vertalen naar bouwkunst. Dat leidde tot chaotisch ogende architectuurontwerpen van onder anderen Frank Gehry, Zaha Hadid, Coop Himmelb(l)au en Rem Koolhaas, waarvan de afzonderlijke bouwvolumes een onsamenhangend geheel lijkt te vormen.
In het jaar 2002 richt Schabracq de studio Tavola Quattro Design op waaruit kleine oplages van meubilair, keramiek en designproducten voortkomen.
In Au Bain Marie herkennen wij in onszelf.
Dit is geen tripot, half ei, komkommerschijf, klodder slagroomijs, driehoek met een lepel van chocolade, leren riem, binnenkant van een kokosnoot, verzameling vergulde lepels.
Nee dit zijn wijzelf.
Tenminste zoals wij graag zouden willen zijn.
Soms schrik ik en staan mijn haren recht overeind.
Elke week staan mijn ogen een beetje scheef.
Ik zou willen dat ik een taille had
en dat mijn huid om in te bijten is.
Mijn mond is vaak te groot terwijl er geen chocolade te maken is van hetgeen ik zeg.
Ik ben altijd even fris, fruitig en romig. Dat weet je.
Mijn benen dragen mij zoals bouwkranen dat doen.
Alexander Schabracq kent mij door en door.
Door Theo, www.artatsite.com
www.beelden.zwolle.nl:
In zijn vroege totemachtige beelden verwerkte Schabracq (Arnhem, 1957) allerlei paradoxale beeldelementen en vondsten met een objets trouvés-achtige inslag.
Met zijn recalcitrante en dubbelzinnige beeldhouwkunst provoceerde hij de kijker op een lichtvoetige manier. In het carnavaleske en kleurrijke beeld Au bain Marie, dat aanvankelijk op veel weerstand stuitte bij de bewoners van Zwolle Zuid, handhaaft de kunstenaar het principe van de totemachtige stapeling. Ook de inhoudelijke dubbelzinnigheid is volop van toepassing, evenals de relatie met assemblagetechnieken en toevalseffecten.
In het werk van Schabracq draait alles om het oproepen van associaties. De ludieke opeenstapeling van vormelementen zorgt in combinatie met het gebruik van felle en zoete kleuren voor een hoog hilarisch gehalte. Het is niet moeilijk om er vormverwantschap met kinderspeelgoed, etalagepoppen, meubilair of huishoudelijke voorwerpen in te zien. Zo duiken in het midden van Au bain Marie een pan en een schaalvorm op.
In het spraakmakende beeld zijn ook elementen met menselijke en/of dierlijke kenmerken verwerkt. Ogenschijnlijke willekeur en schijnbare tegenstrijdigheid dragen bij aan de avontuurlijke beleving van beeldhouwkunst die nooit voor één gat te vangen is.
Schabracq (die ooit samenwerkte met Jean Tinguely en diens vriendin Niki de St. Phalle) is een materiaalfreak met ongebreidelde combinatiedrift. Hij manifesteert zich als exponent van een postmoderne kunstenaarsgeneratie die vrijpostig gebruikmaakt van overgeleverde culturele invloeden. Hij leent en citeert naar hartelust en brengt ongebruikelijke combinaties tot stand.
De vreemdsoortige beeldelementen gaan op in een ongewone, uitbundige en barokke wereld. In Schabracq’s snoepwinkel wordt de koopwaar zó verleidelijk geëtaleerd dat iedereen er hebberig van wordt.
www.rotondekunst.eu:
Schabracq is een materiaalfreak met ongebreidelde combinatiedrift. Hij manifesteert zich als exponent van een postmoderne kunstenaarsgeneratie die vrijpostig gebruikmaakt van overgeleverde culturele invloeden. Hij leent en citeert naar hartelust en brengt ongebruikelijke combinaties tot stand.
www.destentor.nl:
Het kunstwerk heet Au Bain-Marie. Waarom? Schabracq: "Het is een humoristisch werk. Marie staat in een warmwaterpannetje."
Twintig jaar stond het kunstwerk bij wijkcentrum De Pol, nu is het verplaatst naar een rotonde in de Oldeneelallee.
www.wikipedia.org:
Alexander Schabracq (Amsterdam, 10 september 1957) is een Nederlands beeldend kunstenaar. Naast zijn eerste discipline als beeldhouwer, is hij ook schilder, collagekunstenaar, graficus, ijzersmid en edelsmid, keramist en meubel- en productontwerper.
Doordat Schabracq zich volgens eigen zeggen laat inspireren door deze per definitie modernistische stromingen, en hier ook rijkelijk uit citeert en overneemt (appropriation art), wordt zijn werk vanuit de jaren 80 wel tot het postmodernisme gerekend.
Het deconstructivisme wordt beschouwd als onderdeel van het postmodernisme. Vanaf 1987 maakt Schabracq een dertigtal werken die hij "deconstructions" noemt. Hij toont deze werken in 1987 bij Galerie Barbara Farber te Amsterdam, op de Art-FORUM te Zürich en in de jaren daarna op internationale podia waaronder het Museo Espagnol d'Arte Contemporaneo te Madrid.
Hij verwijst met deze zogenaamde deconstructions naar de Franse filosoof Jacques Derrida (1930-2004) die het begrip deconstructivisme begin jaren 60 in de taalwetenschappen en de filosofie introduceerde. Een objectief beschrijfbare realiteit bestaat volgens hem net zomin als taaluitingen met een vaste en objectieve betekenis. In de architectuurwereld is het begrip in 1988 neergezet met de tentoonstelling "Deconstructivist Architecture" in het MoMa, New York. De verwarring en onzekerheid in de maatschappij probeerde men te vertalen naar bouwkunst. Dat leidde tot chaotisch ogende architectuurontwerpen van onder anderen Frank Gehry, Zaha Hadid, Coop Himmelb(l)au en Rem Koolhaas, waarvan de afzonderlijke bouwvolumes een onsamenhangend geheel lijkt te vormen.
In het jaar 2002 richt Schabracq de studio Tavola Quattro Design op waaruit kleine oplages van meubilair, keramiek en designproducten voortkomen.