Art@Site www.artatsite.com Wessel Couzijn Gekluisterde hartstocht Utrecht
Artist:

Wessel Couzijn

Title:

Gekluisterde hartstocht

Year:
1987
Adress:
Willem de Zwijgerplantsoen
Website:
www.tento.be:
Voor Couzijn waren de grote vorm, de lichten schaduwwerking en de ruimte om en in het beeld van belang. Het was een eerste abstrahering van de werkelijkheid, die hij later steeds verder zou doorvoeren, zonder echter a bstract te worden. Ook bij het Koopvaardij-monument (1951/52),- dat niet werd uitgevoerd, omdat de vorm te veraf lag van waar de opdrachtgever aan toe was - is het onderwerp herkenbaar, maar zo open, dat het juist daarom de essentie van het onderwerp weergeeft.
De tweede periode loopt tot circa 1959. Als voorbeeld koos ik hier de Gekluisterde hartstocht (1954), dat duidelijk de weerslag toont van Couzijns ontmoeting met Lipchitz een jaar eerder. Het beeld was bestemd voor een politiebureau, maar werd niet geaccepteerd, omdat Couzijn er duidelijk bij vermeldde dat hij met dit beeld wilde zeggen dat ieder mens in staat is om onder bepaalde omstandigheden moorden te begaan; dat juist de onvrijheid hem daartoe bracht. De commissaris wilde daar niet aan.
Het beeld is erg duidelijk en geladen; het toont een soort mensdier, dat beroofd van zijn vrijheid en zijn wezen, weg wil vliegen.
Andere beelden uit deze jaren, die met het vliegen te maken hebben zijn bijna variaties op dit thema. Vrijheid en onderdrukking komen als onderwerpen steeds terug. Couzijn is niet politiek geïnteresseerd, maar ageert tegen elke macht, van welke aard ook of door wie ook uitgeoefend.

www.buitenbeeldinbeeld.nl:
De benen zijn gekluisterd, het hart ligt open. Couzijn lichtte later toe dat hij had gedacht aan de moordenaar die in elk mens. Voor het Hoofdbureau van Politie in Den Haag maakte Couzijn midden jaren vijftig Gekluisterde Hartstocht. Het zou op de luifel boven de ingang van het bureau komen. De opdracht was de mens uit te beelden die tegen zijn hartstocht beschermd moest worden.
Op driejarige leeftijd verhuist Wessel Couzijn met zijn moeder naar New York. Als gevolg van kinderverlamming kan hij een arm niet meer optimaal gebruiken. De fysieke kant van het beeldhouwen is daardoor een zware opgave voor hem.
In 1948 begint de kunstenaar met brons te werken. Hij maakt in 1951 een ontwerp voor het Nationaal Monument voor de Koopvaardij in Rotterdam en dit ontwerp betekent een doorbraak. De open, losse vormen die hij gebruikt zijn nog vrij nieuw in Nederland. Voor het eerst is in de aangevreten en uitwaaierende vlakken de latere Couzijn te herkennen.

www.wikipedia.org:
Wessel Couzijn (Amsterdam, 17 juni 1912 – aldaar, 16 mei 1984) was een Nederlandse expressionistisch beeldhouwer. Hij heeft zich tijdens zijn carrière met vele vormen van kunst beziggehouden; van schilderen en tekenen tot beeldhouwen.
Couzijn was een zoon van Mozes Couzijn en Adèle de Smitt. Zijn vader was een Joodse meubelmaker, die in 1913 van Amsterdam naar New York verhuisde. Twee jaar later volgden Wessel en zijn moeder. In New York werd kinderverlamming bij Wessel geconstateerd, waardoor hij jaren in ziekenhuizen moest doorbrengen. Hij volgde als tiener lessen aan de Art Students League of New York. Eind jaren twintig stuurde zijn moeder hem terug naar Nederland voor een gedegen opleiding. In 1930 werd Couzijn toegelaten tot de schilderafdeling van de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Op die afdeling werd vaak met gips gewerkt. Couzijn was hier zo enthousiast over dat hij zich inschreef voor de beeldhouwafdeling, waar hij les kreeg van hoogleraar Jan Bronner. Couzijn was een groot bewonderaar van Bronner. In 1936 won Couzijn de Prix de Rome, zijn 'Orpheus en de lier' was volledig in de geest van Bronners architectonische beeldhouwkunst gemaakt. Door deze prijs was Couzijn in staat een studiereis te maken; hij verbleef een jaar in Italië, een jaar in Amsterdam en een jaar Parijs, waar hij studeerde aan de Académie Ronson.
Als joodse anti-fascist vluchtte Couzijn in 1940 voor het Nazi-geweld naar New York. Tijdens de oorlog werkte hij in Amerika als boekhouder voor de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij. Hij kwam in de Verenigde Staten in contact met andere kunstenaars, onder wie Ossip Zadkine en Jackson Pollock. Hij ontmoette ook de kunstenares en beeldhouwster Pearl Perlmuter. In december 1945 trouwde hij met haar en ging terug naar Nederland.
Zijn eerste opdracht in Nederland was een bronzen herdenkingsreliëf. In 1947 maakte hij een gedenkteken in steen voor het bordes van het stadhuis van Made. Bronner was niet zo te spreken over dit werk. Couzijn was erg aangeslagen door zijn reactie en zocht zijn eigen weg. Door de jeugdverlamming kon hij één arm niet optimaal gebruiken, de fysieke kant van het beeldhouwen was daardoor een zware opgave voor hem. Vanaf 1948 ging hij meer met brons werken. Zij ontwerp voor het Nationaal Monument voor de Koopvaardij in Rotterdam uit 1951 betekende een doorbraak voor hem. De open, losse vormen die hij gebruikte waren nog vrij nieuw in Nederland. Voor het eerst herkent men in de aangevreten en uitwaaierende vlakken de latere Couzijn.
Couzijn was vanaf 1947 docent aan de Kunstnijverheidsschool, voorloper van de Gerrit Rietveld Academie. Hij was van 1948 tot 1962 lid en enige tijd bestuurslid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Hij richtte in 1959, samen met Carel Kneulman, Ben Guntenaar, Hans Verhulst en Shinkichi Tajiri, de Groep Amsterdam op en hij was betrokken bij de oprichting van Ateliers '63 in Haarlem.
In 1960 brak Couzijn nationaal en internationaal door. In dat jaar was het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië vrijwel geheel aan zijn werk gewijd. Couzijn toonde daar voor het eerst de bronzen sculptuur 'Corporate Entity', die in 1963 voor het toenmalige Unilever-hoofdkantoor aan de Rochussenstraat in Rotterdam werd geplaatst en inmiddels is verplaatst naar het huidige Nederlandse hoofdkantoor aan het Weena. In 1967 nam hij deel aan het International Sculpture Symposium in de Canadese stad Toronto. Het door hem gemaakte werk Midsummer Night's Dream is te zien in het High Park. In 1978 scheidde Couzijn van Perlmuter. Vijf jaar later hertrouwde hij met Dineke Blom, een van zijn oud-leerlingen bij Ateliers. Zijn laatste beeld Souffleur was een opdracht van de gemeente Haarlem ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag. Couzijn overleed voor het beeld werd geplaatst, op 71-jarige leeftijd.