Artist:
Arthur Spronken
Title:
Boegbeeld
Year:
1973
Adress:
Plankstraat
Dit kunstwerk roept bij mij gemengde gevoelens op
Veel van dit kunstwerk vind ik spannend. Wat zie ik? Wat gebeurt er? Waarom, waarom?
Maar één ding kun je als kunstenaar niet maken, vind ik: een vrouw met kokosnoten als borsten. Als we hiervoor mooie borstjes kiezen, is Faunus een stuk beter en misschien zelfs een interessant kunstwerk
Het eerste wat mij opvalt zijn de dikke billen en het delicate gezicht op een stokje.
Eén van de dikke billen recht omhoog en de andere recht omlaag. Een wat ongemakkelijke houding. Als je dichterbij komt zie ik een prachtig kontje. Dit kan niet anders dan van een vrouw zijn. Waarom heeft dit kunstwerk zowel mannelijke als vrouwelijke details?
Het gezichtje is betoverend; wat kijkt zij sereen en liefdevol. Om verliefd op te worden. En dan nog haar wapperende haren. Haar gezicht is erg letterlijk in vergelijking tot de rest van het beeld. Haar gezicht staat op een getordeerde natuurlijke vorm. Het lijkt of de details (het gezicht, de natuurlijke vorm en de billen) op een willekeurige manier aan elkaar zijn geplakt.
Faunus van Arthur Spronken heeft prachtige en spannende details. De emoties die zij oproepen lopen naar mijn smaak tever uiteen. Deze Faunus is stoer, vrolijk en innemend. En dit is een combinatie die ik moeilijk rijmen kan.
By Theo, www.artatsite.com
www.chapeaumagazine.com:
Kunstenaar Arthur Spronken geldt als de oervader van de Limburgse beeldhouwers. Een kleine man die grote beelden maakt. Indrukwekkende beelden, waar hij niet mee te koop loopt.
Na zijn studie aan de kunstnijverheidschool in Maastricht, waar Harry Koolen en Charles Vos zijn leraren waren, toog Spronken voor een jaar naar Milaan waar hij les kreeg van de befaamde Marino Marini. Koningin Beatrix, zelf beeldhouwster, kwam verscheidene keren bij hem privé op bezoek omdat ze zijn werk bewondert.
En de Italiaanse politicus Berlusconi zat Spronken ooit dwars rond het plan voor een nieuw exemplaar van het beroemde beeld van Marcus Aurelius, waarvan de ‘nieuwe’ kop nog eens op TEFAF te zien was.
Intussen is Arthur Spronken 82 jaar, maar nog elke dag werkt hij aan zijn beelden. Hij kan niet zonder. Hij heeft er geen spijt van dat hij zijn vleugels niet heeft uitgespreid en bijvoorbeeld nooit naar Amsterdam is verhuisd, zoals menige andere Limburgse kunstenaar. „Ik ben een jongen van het Limburgse land en gek op de heuvels hier. Als ik geen kunstenaar was geworden, dan waarschijnlijk boer. Dan ben je een stuk van de natuur, waar we alles van lenen. In Holland heerst nog te veel de mentaliteit van de slavenhandelaars.
'Ik hou van de typische cultuur in Limburg, al was die vroeger ook wel eens benauwend en wat klagerig. Maar hier op de berg merkte ik daar weinig van. Het was bijvoorbeeld vroeger lastig om als kunstenaar een naaktmodel te vinden. Dan ging ik naar Frankrijk, daar was de mentaliteit heel anders. Ik maakte in Neder- land mijn eerste naaktbeeld, terwijl ik nog nooit een naakte vrouw had gezien, dat kon toen niet anders. Ik heb altijd paarden en vrouwen gemaakt en daar zit een zekere overeenkomst in. Voor een beeldhouwer hebben ze dezelfde kont.'
Hoe hij als kunstenaar herdacht zou willen worden? Daar heeft hij nog niet over nagedacht. 'Daar ben ik nog veel te jong voor. Als het zover is, dan zou ik zeggen: gooi er maar een schep grond over. En dat is het dan. Nou ja, misschien zou het wel nuttig zijn als mijn collectie voor Limburg behouden zou blijven, via een of andere stichting. Maar daar ga ik dan niet over.'
www.wikipedia.org:
Arthur Jan Elisa Spronken (Beek, 30 juli 1930 – Sittard, 5 april 2018) was een Nederlandse beeldhouwer.
Spronken was een zoon van Jan Nicolaas Spronken, sigarenfabrikant, en Bertha Hertz. In zijn jeugd werd Spronken zowel beïnvloed door de paardenliefhebberij van zijn vader en grootvader, als door de beeldhouwer Paul Schmalbach. Hij werd klaargestoomd voor de handel, maar ging uiteindelijk naar de Kunstnijverheidsschool in Maastricht, waar hij onder anderen les kreeg van Charles Vos en Harry Koolen. Hij studeerde hier van 1948 tot 1952 en vertrok daarna voor een jaar naar Milaan om stage te lopen aan de Accademia di belle Arti di Brera. Daar kreeg hij onder andere les van Marino Marini, een specialist op het gebied van paarden in de beeldhouwkunst.
Eenmaal weer in Nederland maakte Spronken in eerste instantie voornamelijk religieuze figuren uit hout, daarna ging hij rond 1961 over op brons. Zijn figuratieve beelden concentreren zich rond de dynamiek van lichamen, danseressen en later paardentorso's. Die dynamiek is zo belangrijk bij de latere paardentorso's, dat de benen van de paarden alleen in aanzet te zien zijn, de aanzet tot de beweging die in de torso plaatsvindt.
In 1964 kreeg hij een individuele tentoonstelling in het Frans Hals Museum. In 1996 vond er in Scheveningen in het museum Beelden aan Zee een overzichtstentoonstelling plaats, waarbij zijn monument van het koninklijk gezin een permanente plaats kreeg.
Arthur Spronken trouwde in 1955 met de Finse kunstenares Varpu Tikanoja (1928-1983). Ze kregen samen vier dochters, waaronder kunstenaressen Siiri Spronken, Arja Spronken, Kore Spronken en een zoon Caius Spronken. Later leefde hij samen met beeldhouwster Francesca Zijlstra.
Veel van dit kunstwerk vind ik spannend. Wat zie ik? Wat gebeurt er? Waarom, waarom?
Maar één ding kun je als kunstenaar niet maken, vind ik: een vrouw met kokosnoten als borsten. Als we hiervoor mooie borstjes kiezen, is Faunus een stuk beter en misschien zelfs een interessant kunstwerk
Het eerste wat mij opvalt zijn de dikke billen en het delicate gezicht op een stokje.
Eén van de dikke billen recht omhoog en de andere recht omlaag. Een wat ongemakkelijke houding. Als je dichterbij komt zie ik een prachtig kontje. Dit kan niet anders dan van een vrouw zijn. Waarom heeft dit kunstwerk zowel mannelijke als vrouwelijke details?
Het gezichtje is betoverend; wat kijkt zij sereen en liefdevol. Om verliefd op te worden. En dan nog haar wapperende haren. Haar gezicht is erg letterlijk in vergelijking tot de rest van het beeld. Haar gezicht staat op een getordeerde natuurlijke vorm. Het lijkt of de details (het gezicht, de natuurlijke vorm en de billen) op een willekeurige manier aan elkaar zijn geplakt.
Faunus van Arthur Spronken heeft prachtige en spannende details. De emoties die zij oproepen lopen naar mijn smaak tever uiteen. Deze Faunus is stoer, vrolijk en innemend. En dit is een combinatie die ik moeilijk rijmen kan.
By Theo, www.artatsite.com
www.chapeaumagazine.com:
Kunstenaar Arthur Spronken geldt als de oervader van de Limburgse beeldhouwers. Een kleine man die grote beelden maakt. Indrukwekkende beelden, waar hij niet mee te koop loopt.
Na zijn studie aan de kunstnijverheidschool in Maastricht, waar Harry Koolen en Charles Vos zijn leraren waren, toog Spronken voor een jaar naar Milaan waar hij les kreeg van de befaamde Marino Marini. Koningin Beatrix, zelf beeldhouwster, kwam verscheidene keren bij hem privé op bezoek omdat ze zijn werk bewondert.
En de Italiaanse politicus Berlusconi zat Spronken ooit dwars rond het plan voor een nieuw exemplaar van het beroemde beeld van Marcus Aurelius, waarvan de ‘nieuwe’ kop nog eens op TEFAF te zien was.
Intussen is Arthur Spronken 82 jaar, maar nog elke dag werkt hij aan zijn beelden. Hij kan niet zonder. Hij heeft er geen spijt van dat hij zijn vleugels niet heeft uitgespreid en bijvoorbeeld nooit naar Amsterdam is verhuisd, zoals menige andere Limburgse kunstenaar. „Ik ben een jongen van het Limburgse land en gek op de heuvels hier. Als ik geen kunstenaar was geworden, dan waarschijnlijk boer. Dan ben je een stuk van de natuur, waar we alles van lenen. In Holland heerst nog te veel de mentaliteit van de slavenhandelaars.
'Ik hou van de typische cultuur in Limburg, al was die vroeger ook wel eens benauwend en wat klagerig. Maar hier op de berg merkte ik daar weinig van. Het was bijvoorbeeld vroeger lastig om als kunstenaar een naaktmodel te vinden. Dan ging ik naar Frankrijk, daar was de mentaliteit heel anders. Ik maakte in Neder- land mijn eerste naaktbeeld, terwijl ik nog nooit een naakte vrouw had gezien, dat kon toen niet anders. Ik heb altijd paarden en vrouwen gemaakt en daar zit een zekere overeenkomst in. Voor een beeldhouwer hebben ze dezelfde kont.'
Hoe hij als kunstenaar herdacht zou willen worden? Daar heeft hij nog niet over nagedacht. 'Daar ben ik nog veel te jong voor. Als het zover is, dan zou ik zeggen: gooi er maar een schep grond over. En dat is het dan. Nou ja, misschien zou het wel nuttig zijn als mijn collectie voor Limburg behouden zou blijven, via een of andere stichting. Maar daar ga ik dan niet over.'
www.wikipedia.org:
Arthur Jan Elisa Spronken (Beek, 30 juli 1930 – Sittard, 5 april 2018) was een Nederlandse beeldhouwer.
Spronken was een zoon van Jan Nicolaas Spronken, sigarenfabrikant, en Bertha Hertz. In zijn jeugd werd Spronken zowel beïnvloed door de paardenliefhebberij van zijn vader en grootvader, als door de beeldhouwer Paul Schmalbach. Hij werd klaargestoomd voor de handel, maar ging uiteindelijk naar de Kunstnijverheidsschool in Maastricht, waar hij onder anderen les kreeg van Charles Vos en Harry Koolen. Hij studeerde hier van 1948 tot 1952 en vertrok daarna voor een jaar naar Milaan om stage te lopen aan de Accademia di belle Arti di Brera. Daar kreeg hij onder andere les van Marino Marini, een specialist op het gebied van paarden in de beeldhouwkunst.
Eenmaal weer in Nederland maakte Spronken in eerste instantie voornamelijk religieuze figuren uit hout, daarna ging hij rond 1961 over op brons. Zijn figuratieve beelden concentreren zich rond de dynamiek van lichamen, danseressen en later paardentorso's. Die dynamiek is zo belangrijk bij de latere paardentorso's, dat de benen van de paarden alleen in aanzet te zien zijn, de aanzet tot de beweging die in de torso plaatsvindt.
In 1964 kreeg hij een individuele tentoonstelling in het Frans Hals Museum. In 1996 vond er in Scheveningen in het museum Beelden aan Zee een overzichtstentoonstelling plaats, waarbij zijn monument van het koninklijk gezin een permanente plaats kreeg.
Arthur Spronken trouwde in 1955 met de Finse kunstenares Varpu Tikanoja (1928-1983). Ze kregen samen vier dochters, waaronder kunstenaressen Siiri Spronken, Arja Spronken, Kore Spronken en een zoon Caius Spronken. Later leefde hij samen met beeldhouwster Francesca Zijlstra.