Artist:
Jan de Baat
Title:
De Klamper
Year:
1984
Adress:
Reigersbergenweg
www.wikipedia.org:
Jan de Baat (Standdaarbuiten, 7 april 1921 - Amsterdam, 4 mei 2010) was een Nederlandse beeldhouwer.
De Baat leerde zichzelf na de Tweede Wereldoorlog beeldhouwen, waarbij hij zich liet beïnvloeden door beeldhouwers als Marino Marini, Henry Moore en Ossip Zadkine. De Baat werd eind jaren tachtig hoofddocent beeldhouwen aan de Rietveld Academie in Amsterdam.
Hij maakte in opdracht van het gemeentebestuur van de stad Groningen een beeld van het Peerd van Ome Loeks. Het gemeentebestuur was aanvankelijk niet gecharmeerd van het resultaat, maar toch werd het in 1959 geplaatst op het plein voor het Centraal Station en het is sindsdien een beeldbepaler voor Groningen geworden. De Baat heeft zich later gedistantieerd van dit werk, omdat hij het te figuratief vond.
Nationale roem verwierf hij met zijn bevrijdingsmonument Amsterdam dankt zijn Canadezen (1980): de wapperende stalen wimpel oprijzend uit het gazon in de Apollolaan. De Baat heeft zich gespecialiseerd in monumentale kunst, veelal uitgevoerd in roestvast staal of natuursteen. Zijn werk, te typeren als abstract expressionisme, bestaat uit meer dan 40 beelden in de openbare ruimte in Nederland.
De Baat overleed in 2010 op 89-jarige leeftijd.
www.buitenbeeldinbeeld.nl:
De Baat is autodidact en hij laat zich in de beginjaren beïnvloeden door Marini, Moore en Zadkine. In 1955 krijgt hij zijn eerste monumentale opdracht, tientallen volgen. In opdracht van de stad Groningen maakt hij het Peerd van Ome Loeks, het is een beeldbepaler geworden. Tot de jaren zestig is zijn werk naturalistisch daarna stapt hij vrij abrupt over op het abstract expressionisme. In Amsterdam staat het beeld ‘Amsterdam dankt zijn Canadezen’ een zwierige wimpel.
de Baat: 'Na het werken in steen is roestvrij staal (RVS) mijn favoriete materiaal geworden. Afgezien van de houdbaarheid past het zich door spiegeling uitstekend aan bij de omgeving. Daarnaast is de stugheid een uitdaging om het materiaal mijn persoonlijke vormwil op te leggen.
Jan de Baat (Standdaarbuiten, 7 april 1921 - Amsterdam, 4 mei 2010) was een Nederlandse beeldhouwer.
De Baat leerde zichzelf na de Tweede Wereldoorlog beeldhouwen, waarbij hij zich liet beïnvloeden door beeldhouwers als Marino Marini, Henry Moore en Ossip Zadkine. De Baat werd eind jaren tachtig hoofddocent beeldhouwen aan de Rietveld Academie in Amsterdam.
Hij maakte in opdracht van het gemeentebestuur van de stad Groningen een beeld van het Peerd van Ome Loeks. Het gemeentebestuur was aanvankelijk niet gecharmeerd van het resultaat, maar toch werd het in 1959 geplaatst op het plein voor het Centraal Station en het is sindsdien een beeldbepaler voor Groningen geworden. De Baat heeft zich later gedistantieerd van dit werk, omdat hij het te figuratief vond.
Nationale roem verwierf hij met zijn bevrijdingsmonument Amsterdam dankt zijn Canadezen (1980): de wapperende stalen wimpel oprijzend uit het gazon in de Apollolaan. De Baat heeft zich gespecialiseerd in monumentale kunst, veelal uitgevoerd in roestvast staal of natuursteen. Zijn werk, te typeren als abstract expressionisme, bestaat uit meer dan 40 beelden in de openbare ruimte in Nederland.
De Baat overleed in 2010 op 89-jarige leeftijd.
www.buitenbeeldinbeeld.nl:
De Baat is autodidact en hij laat zich in de beginjaren beïnvloeden door Marini, Moore en Zadkine. In 1955 krijgt hij zijn eerste monumentale opdracht, tientallen volgen. In opdracht van de stad Groningen maakt hij het Peerd van Ome Loeks, het is een beeldbepaler geworden. Tot de jaren zestig is zijn werk naturalistisch daarna stapt hij vrij abrupt over op het abstract expressionisme. In Amsterdam staat het beeld ‘Amsterdam dankt zijn Canadezen’ een zwierige wimpel.
de Baat: 'Na het werken in steen is roestvrij staal (RVS) mijn favoriete materiaal geworden. Afgezien van de houdbaarheid past het zich door spiegeling uitstekend aan bij de omgeving. Daarnaast is de stugheid een uitdaging om het materiaal mijn persoonlijke vormwil op te leggen.